Het ergste aan op Erasmus gaan is het feit dat er ooit een moment gaat komen dat je heel veel vergeten bent: dingen die je hebt meegemaakt, dingen waarvan je dacht dat je ze nooit zou doen, dingen waarmee je dagelijks geconfronteerd werd dat het routine werd, … Ooit komt er een dag waarop je even stilstaat en diep moet nadenken “hoe zat dat ook alweer?”
De tijd gaat verschrikkelijk snel. Zo snel dat ik op moment van schrijven al langer terug ben dan ik ooit ben weggeweest. Sinds ik terug ben, word ik voortdurend geconfronteerd met de keerzijde van de Erasmus-ervaring. De vloek van Erasmus, zoals ik het fenomeen gedoopt heb.
Terugkomen van Erasmus is heel zwaar, althans zo was het voor mij. Je thuis voelt niet langer als je thuis aan, je eigen stad is bijlange niet zo leuk als je Erasmus-stad, je thuisuniversiteit organiseert helemaal niet zo’n toffe activiteiten als je gastuniversiteit, … Kortom, thuiskomen gaat gepaard met dubbele emoties: blij om je familie en vrienden opnieuw te zien, maar triest omdat je je tweede leven hebt moeten achterlaten.
Reintegratie is bijgevolg moeilijk. Je komt thuis en beseft dat er eigenlijk niets veranderd is. Jijzelf, daarentegen, bent een nieuw persoon. Hoewel je je tegen deze reintegratie initieel wel kan verzetten, word je op de duur alles in je eigen thuisland toch weer gewoon. En dan kan je eindelijk volmondig ja antwoorden op de vraag die je ongetwijfeld een aantal keer krijgt: “En, ben je het al terug gewoon hier in België?”
Hoe hard je ook probeert om niets te vergeten van je Erasmus-avontuur, het is onmogelijk. Ze zeggen niets voor niets Exchange is not a year in your life, it is a life in a year. Oké, ik ben dan wel maar een dikke 4 maanden op uitwisseling geweest, toch kan ik dit volledig beamen. En dat maakt dat het juist heel erg logisch is dat ik alle ervaringen die ik in die 4 maanden beleefd heb, niet allemaal kan onthouden. Het is een natuurlijk proces, maar tegelijk ook een heel eng proces.
Daarom heb ik besloten om nog eens een blogpost te schrijven. Want welke betere manier is er om dingen te verwerken dan erover te schrijven?
Wanneer je terugkomt van je gastland, denk je dat alles ginder beter is. Maar na een tijdje begin je in te zien dat beide landen wel zijn voor- en nadelen hebben. Geen enkel land is perfect. Daarom leek het me leuk om voor deze post eens op te sommen wat België van de VS kan leren, en omgekeerd!
In de categorie “please laat dit achterwege, USA”:
- Chocolade
Het is te zeggen, Amerikaanse chocolade. Want dat verdient gewoon de naam ‘chocolade’ niet. VRESELIJK. Wat was ik blij toen mama mij een pakje mignonettekes opstuurde voor mijn verjaardag! - Fooi geven
Het is zo ingewikkeld en vermoeiend, waarom moet je in godsnaam nog zitten uitrekenen hoeveel geld extra je moet geven? Oké, het zorgt er wel voor dat de obers supervriendelijk zijn, maar ik blijf het iets vervelends vinden. Ik heb per ongeluk eens een serveerster een dubbele fooi gegeven, en ik ben er tot op de dag van vandaag nog altijd niet goed van. - WC’s
Natuurlijk moet de VS niet zijn wc’s achterwege laten, hier in België kunnen ze er zelfs nog iets van leren: altijd heel proper en bovendien gratis. Maar er is iets wat ik absoluut niet mis, en dat is namelijk het spleetje tussen de deur. Geen idee waarom, maar de wc-deuren in de VS hebben altijd een klein spleetje waardoor je – mits wat moeite – gerust kan zien wie er zich binnenin bevindt. Vreemd. - Reclame
En dan klagen we hier in België al over de reclame op televisie… In de VS kan je geen enkel programma kijken dat niet onderbroken wordt voor reclame. En dat is niet eenmalig. Om jullie een voorbeeld te geven: ik kijk nogal wat Amerikaanse TV-shows, die gemiddeld 40 minuten per episode duren. Na ze jarenlang online te bekijken, kon ik ze nu eindelijk eens “live” zien. Daar was ik nu echter wel 60 minuten aan kwijt.
In de categorie “the jury is still out on this one”
- Drive-thru
Niet alleen voor fastfood hoef je in de VS de auto niet te verlaten, ook om geld af te halen of medicatie te kopen kan je in je auto blijven zitten. Op zich heel erg handig, maar een beetje beweging is soms niet slecht ;-). - Casual kledij
In de VS geven ze niet zo heel veel om kledij. De kleren die ik hier draag om naar de les te gaan waren overdressed voor UNK. Met gevolg dat ik heel wat kledingstukken zelfs niet heb kunnen dragen. In short of sweatpants naar de les/winkel gaan is heel normaal. Positief, want kledij bepaalt je persoonijkheid niet. Maar het is niets voor mij: één keer ben ik in sweatshirt naar de les geweest en daarna nooit meer. En maar goed ook, want ik kreeg altijd complimentjes over mijn leuke kledij. Daar doen we het tenslotte voor! - Grootte van de maaltijd
Big, bigger, biggest; een welbekend motto van de VS en dat geldt ook zeker voor hun eten en drank. De porties zijn vaak buiten ‘proporties’ (sorry): wat bij ons een large menu zou zijn, is ginder een medium. Hetzelfde voor drankjes. En ik heb het hier al moeilijk om mijn bord leeg te eten. - Openingstijden van de winkels
Een van de dingen die ik vermeld als mensen me vragen hoe mijn leven in Nebraska was, is zeker en vast stress free. Waarom? Omdat alles langer open is: de winkels, restaurants, etc. Bij ons moet je je altijd haasten om nog op tijd in de winkel te zijn, en in restaurants sluiten de keukens om 21 uur. In Nebraska, daarentegen, ben ik om 23u ’s avonds na de Huskers football game nog langs IHOP gepasseerd voor (overheerlijke) pannenkoeken. Zalig! Maar of winkels en restaurants nu echt 24/7 open moeten zijn, is misschien wel overdreven…
In de categorie “dit mis ik het meest” (aka “België, maak hier eens werk van!”)
- Brede straten
Jezus Christus, was me dat een beproeving toen ik de eerste dagen na thuiskomst me terug op de Betekomse wegjes begaf! De auto’s in de VS zijn standaard groter dan de onze, en daarom hebben ze bredere wegen. Bovendien is er ook gewoon meer plaats. Dat kunnen ze hier natuurlijk niet veranderen, en dat is heel jammer, want het is o zo comfortabel om je niet druk te moeten maken over ergens in een gracht te sukkelen. - Rechts mogen afslaan ook al is het rood
Ha, nog iets dat te maken heeft met het verkeer. Hoe vaak moet je wel niet wachten aan een rood licht terwijl je gewoon rechts kan afslaan zonder het huidige verkeer te hinderen? Het is iets wat in de VS is toegestaan, en dat is voor ongeduldige mensen als ik heel erg aangenaam. Je kan dus wel stellen dat autorijden voor mij in de VS een pretje was! - Free refills
In België moet je op restaurant voor alles betalen. Zo vind ik het vaak zonde om plat water te drinken, omdat je ervoor moet betalen. En ook als je drankje leeg is, dan kan je enkel verder drinken als je een tweede betaalt. Dat is niet zo in de VS. Ten eerste krijg je standaard gratis tap water, ten tweede komen ze in vele restaurants je water/frisdrank onbeperkt bijvullen (leuk weetje: in Nebraska noemen ze frisdrank ipv soda ‘pop’). - Een echte gemeenschap
Uiteindelijk is er maar één ding wat ik het meest mis, en dat is de Nebraskiaanse mentaliteit. De dagen voor ik op Erasmus vertrok, dacht ik bij mezelf “Holy shit, Nane, waar bent ge aan begonnen?”. Maar dat gevoel is de eerste dag meteen verdwenen. De mensen in Kearney zorgden er namelijk voor dat ik me meteen thuis voelde. En dat gevoel zit in kleine dingen: van UNK staff die oprecht vragen hoe het met je gaat tot Starbucks-personeel dat je honey Van winkel- en restaurantuitbaters die je vriendelijk welkom heten tot het feit dat iedereen in blauw gekleed is op sportwedstrijden van UNK. Van vrienden en familie waar je zomaar kan binnenspringen tot vreemden die er geen probleem van maken dat je bij hen blijft logeren voor enkele dagen. Het gemeenschapsgevoel is in Nebraska prominent aanwezig, en dat is iets waar wij nog veel van kunnen leren.
Zo, dat was het dan. Misschien zijn enkelen onder jullie verrast van mij nog eens iets te zien schrijven. Trust me, ik ben dat zelf ook. Maar de tijd gaat snel, en de tijd brengt ook een heleboel veranderingen met zich mee. En als het moment daar is voor reflectie, dan moet je daar gewoon in mee gaan.
Misschien tot de volgende!
Belgische groetjes,
Nane